Door mijn Amsterdamse tongval wordt mij hier in Brabant vaak gevraagd, waar ik vandaan kom. Op zich een begrijpelijke vraag, maar eigenlijk ook wel een beetje raar. Vind je niet?
Waar kom jij vandaan?
Waarom is het zo belangrijk om te weten waar iemand vandaan komt? Met die vraag ben ik op pad gegaan om te onderzoeken waarom dit zo belangrijk is. Immers dialect genoten hier in Brabant vragen nooit aan elkaar waar je vandaan komt. De aanname is kennelijk dat als iemand het juiste dialect spreekt, kennelijk ook hier uit de buurt komt. De vraag wordt dus gesteld als je ‘anders’ bent. Niet van hier, dus. En het anders zijn, merk ik bij mij alleen maar bij mijn uitspraak van de Nederlandse taal. Vaak antwoord ik; “Ik ben een Nederlander, die al meer dan 35 jaar in Brabant woont. En met plezier!” Met een korte glimlach van de Brabander, zie je duidelijk dat dit niet antwoord is waarop hij hoopte: “Ha, ha, ja, dat begrijp ik, maar waar ben je geboren?” Nu wil ik dat best wel beantwoorden, maar iets knaagt er dan, want stel dat je deze informatie van mij krijgt, wat kan je daar dan mee? Niet veel, toch?! “En waar ben jij dan geboren?” vraag ik dan direct terug. “Ah ja, hier in het dorp.” We moeten allebei een beetje lachen, want nu realiseert hij zich dat de eigenlijk vraag niets toevoegt. Gewoon nieuwsgierigheid? Ik zelf denk dat mensen dit doen om iemand ‘veilig’ te verklaren. De geboorteplaats is een referentiekader die iemand heeft waarin hij jou kan positioneren. “Oh… Haarlem. Ja die stad ik wel.” Daarom hoef ik die vraag niet te stellen omdat we immers al in het dorp staan, waar iemand vandaan komt. Het ‘veilig’ stellen is een aanleiding om het gesprek verder te voeren, net zoals de meeste dat doen als men over het ‘weer’ beginnen.
Verhalen heb je nodig om te kunnen reizen
Nu ik zojuist geconstateerd heb dat mijn geboorteplaats net zo belangrijk is als het ‘weer’, kwam ik een wijsheid tegen in mijn Inspiratiemuseum. Het is van Ella Fitzgerald: “Het maakt niet uit waar je vandaan komt, het gaat erom waar je naartoe gaat.” Kijk dat geeft richting.
Nu had ik laatst Opa, Oma, kinderen en kleinkinderen bij mijn Inspiratiemuseum op bezoek. Ik vroeg aan de kleinkinderen: “Weet je waarom je dan hier bent? Hier op deze aarde?” De kinderen keken mij enigszins verbaast aan, want daar hadden ze natuurlijk nog nooit over nagedacht. “En als je dat nog niet weet, en dat begrijp ik, dan zou je deze vraag weleens aan je ouders of grootouders kunnen vragen. “En nu je hier toch op deze aarde bent, weet je al wat kom je hier komt doen?” Al gauw ontstaat er een levendig gesprek over de waarde van het leven.
Waar ga jij naar toe?
Als je je leven voorstelt als een reis… Waar ga je en wil je naar toe? Wat wil je meemaken, ervaren en leren? Echter voordat je weet waar je naar toe gaat, is het wel handig om eerst te weten of je al vertrokken bent. Of sta je nog te wachten en na te denken waar je naar toe wilt? En als je onderweg bent, heb je onderweg al iets meegenomen? Als je reist maak je je verhalen. Je maakt iets mee om over te kunnen vertellen. Aan de andere kant als je een verhaal hoort, dan droom je al snel weg en maak je beelden in je hoofd hoe iets eruit ziet, waar iemand is en wat hij mee maakt. Dromen, je voorstellingsvermogen, je inlevingsvermogen, alles speelt een rol om met je gedachte op reis te gaan. Het maakt dus niet uit waar je naar toe gaat, als je maar gaat reizen. Door te reizen verander je. Fysiek, mentaal of emotioneel. Nog een klein advies in die in mijn museum hangt:
‘Wat is belangrijker,’ vroeg Grote Panda, ‘de reis of de bestemming? ‘ ‘Het gezelschap,’ zei Kleine Draak.
Goede reis!
No responses yet