“Om ergens te komen, moet je eerst besluiten niet te blijven waar je nu bent.”
Zo af en toe wandel ik naar het dorp om een boodschapje te doen. En als het een beetje druk is kom je van allerlei mensen tegen, die je kent. Een praatje is dan al gauw gemaakt en voordat je weet ben je bijna de hele ochtend van huis. Zo kwam ik laatst de pastoor tegen. Niet dat ik van de kerk ben, maar ik onderhoud wel een goed contact. Zo waren we even samen aan het buurten en kwamen opeens op allerlei maatschappelijke ontwikkelingen: “Natuurlijk zie ik ook dat de terugloop van het kerkbezoek zo zijn impact heeft op de saamhorigheid in onze dorpen. Kijk, vroeger zag ik de mensen bijna wekelijks. We brachten iedereen bij elkaar en iedereen luisterde naar je verhalen. En dan dat samen zingen, prachtig! Het brengt mensen letterlijk dichterbij elkaar. En nu is dat anders.” verzuchte hij. “Als samenleving is er een extra inspanning nodig. Er mag wel weer iets nieuws gebeuren wat iedereen op de been brengt om naar elkaar te luisteren. Het is nu te versnipperd. Maar hoe en wat dan?” Daar bleef ons gesprek een beetje hangen. Ik kreeg er een beetje jeuk van.
Verder onderweg naar de visboer kwam ik Maik tegen. Een jonge knul die zomer en winter een muts draagt. Een echte gamer, vaak tot diep in de nacht. Hij heeft Game vrienden ‘all over the world’, maar komt nauwelijks buiten. Hij ziet altijd een beetje bleek maar wel altijd vriendelijk. Ik vroeg hoe het met hem ging. “Mhaw, gaat wel.” Zijn antwoorden waren altijd kortaf om maar een goed inhoudelijk gesprek te vermijden. Toen ik hem vroeg hoe het met zijn vrienden ging, kwam hij los. “Ja, ik heb veel nieuwe vrienden met het spel wat ik speel. Echt gaaf, om met iemand van de andere kant van de wereld te spelen. We wisselen vooral tips en trucks uit hoe je spel nog beter kan spelen. Dat soort dingen. Cool hé?!”
“En thuis? In je dorp, heb je daar ook vrienden?“ vroeg ik hem. Het bleef even stil omdat hij moest nadenken hoe het in zijn directe omgeving zit. “Mhaw… niet zoveel. Eigenlijk niemand die mij eens opzoekt of andersom.” Hij wou het niet zeggen, maar aan alle kanten zag ik dat hij eigenlijk erg eenzaam was. Tja, die social media heeft er voor gezorgd dat we met iedereen in contact kunnen staan, maar praten we gewoon met echte mensen steeds minder over echte onderwerpen waar het ook over met gaan.
Net zo wekelijks al ik naar de markt ga, ga ook ik altijd ’s avonds met een paar mannen een biertje drinken. We nemen dan de week door wat er allemaal is gebeurt. De rampen en oorlogen, polarisatie, de politiek, vluchtelingen, dat soort gesprekken hebben we dan. Het leuke is dat we het aan het eind van de avond het altijd met elkaar eens zijn, maar over elk onderwerp verschillend denken. Dat is wat een goed en stevig gesprek doet. Wederom kreeg ik een beetje jeuk.
Als ik dan weer naar huis wandel om alle indrukken van de dag te verwerken, denk ik bij zelf: Hoe verder? Wat is mijn rol en keuze in deze waarnemingen? Wat kan ik doen? Wie het weet mag het zeggen, maar één ding weet ik zeker: ‘Als je jeuk hebt, dan moet je krabben’